Mijn cliënt wil weten hoeveel sessies er nodig zullen zijn voordat hij zich beter zal voelen. Mijn antwoord is tussen de twee en vijf. Dan moet er toch wel resultaat zijn bereikt.
Er staat een grote, ingedoken man voor mij. Hij kijkt me met een ongelukkige blik in zijn ogen aan. Ik moet de woorden uit zijn mond trekken.
Hij heeft last van depressieve gevoelens, onverklaarbare woedeaanvallen en grote behoefte om te schoppen en te slaan. Dat is gelukkig nog niet gebeurd maar hij heeft een grote angst voor controleverlies. Zijn leven is vastgelopen. Gestopt met zijn studie en geen werk. De Corona crisis maakt het er niet beter op. Bij hem overheerst het gevoel van waardeloosheid en niet goed genoeg te zijn. Zijn grote wens is het hebben van een fijn gezin met voldoende inkomen om goed te kunnen leven. Hij kan zich nauwelijks voorstellen dat het voor hem bereikbaar is.
Uit zijn levensverhaal komt een moeilijke jeugd naar voren, waarbij ouders vaak ongeduldig, geïrriteerd en soms met fysiek geweld op de kinderen afreageerden. Hij was er als kind getuige van dat zijn zusje met slaan en schoppen door een van de ouders werd gestraft. Het liefste wilde hij zijn zusje wegtrekken en beschermen, maar daarvoor was hij te klein. Hij kon alleen maar doodsbang en machteloos toekijken.
Aan het eind van de intake zegt hij dat hij blij is dat hij zijn verhaal zo uitgebreid heeft kunnen vertellen.
In de eerste sessie komen de gezinsgebeurtenissen uitgebreid aan de orde. Hij voelt weer de angst en de onmacht. We werken de situaties door. Eindelijk kan hij zijn boosheid en verdriet afreageren.
Na de sessie is er opluchting. “Er is een grote last van mijn schouders gevallen”, zegt hij.
Een paar weken later staat hij opnieuw voor de deur. Ik kan mijn ogen niet geloven. Wat een metamorfose heeft hij ondergaan. Zijn ogen stralen, zijn gezicht is een en al een glimlach. Hij staat er met rechte rug, de schouders naar achteren, een opgeheven hoofd. Hij voelt zich geweldig. De sessie heeft hem heel erg goed gedaan. En hij heeft een nieuwtje: hIj heeft een baan die past bij zijn ambities en er zijn veel groeimogelijkheden. De toekomst ziet er veelbelovend uit.
Ik kan mijn ogen en oren bijna niet geloven. Ik ben oprecht blij voor hem.
We vragen ons beiden af wat we nog zouden moeten bespreken.
Ik herinner me de uitspraak van een van mijn docenten: “als het niet gebroken is hoef je niets te helen.”. Hij is het met me eens.
Ik neem met hem het intakegesprek nog eens door. Er is niets meer wat hem triggert.
We drinken een kopje koffie en ronden af.
Hij was in twee sessies klaar.
Zo snel? Ja,zo snel kan het gaan!